Als je Visio gaat gebruiken, is het belangrijk dat je weet waarvoor bepaalde vormen staan. Hieronder vind je een overzicht van de vormen die je zeker moet kennen.
- Rechthoek: Deze vorm wordt vaak gebruikt om een processtap of activiteit weer te geven. Het vertegenwoordigt een specifieke actie of taak binnen het proces.
- Diamantvorm: De diamantvorm wordt gebruikt voor beslissingspunten in het proces. Het geeft aan waar een beslissing moet worden genomen en leidt vaak tot verschillende uitkomsten, afhankelijk van de voorwaarden of criteria.
- Cirkel: Een cirkelvorm symboliseert meestal het begin of einde van een proces. Het kan worden gebruikt om het startpunt of het eindresultaat van een proces aan te geven.
- Pijlen: Pijlvormen worden gebruikt om de stroom van activiteiten of informatie aan te geven. Ze verbinden de verschillende vormen in een procesdiagram en geven de richting van de stroom aan.
- Document: De documentvorm wordt vaak gebruikt om een input of output in het proces aan te geven. Het vertegenwoordigt documenten, formulieren of gegevens die nodig zijn voor een specifieke activiteit of stap.
- Opslag: De opslagvorm, meestal weergegeven als een harde schijf of database, duidt op de opslag of het beheer van gegevens in het proces. Het kan wijzen op een database, een archief of een andere opslaglocatie.
Het is belangrijk op te merken dat de betekenis van vormen in Visio flexibel kan zijn en kan variëren afhankelijk van de specifieke context en het type diagram dat wordt gemaakt. Het is raadzaam om een legenda toe te voegen aan het diagram om de betekenis van de gebruikte vormen duidelijk te maken voor de lezers.