Vormen

Het gebruik van vormen om visuele elementen aan je presentatie toe te voegen, zorgt voor een prettige diashow. Je wilt immers dat kijkers aandachtig blijven. Hieronder volgt de instructie over het toevoegen van een vorm.

  1. Open PowerPoint en maak een nieuwe presentatie of open een bestaande presentatie.
  2. Ga naar het tabblad "Invoegen" bovenaan het scherm. Hier vind je de optie "Vormen" in de groep "Illustraties". Klik op de knop "Vormen".
  3. Er wordt een dropdownmenu geopend met verschillende categorieën van vormen, zoals basisvormen, pijlen, stromingsdiagrammen, enzovoort. Kies de categorie die het beste past bij het type vorm dat je wilt toevoegen.
  4. Klik op de gewenste vorm in de categorie om deze te selecteren. Je cursor verandert in een kruisvorm.
  5. Klik en sleep op de dia om de vorm te tekenen. Je kunt de grootte en vorm aanpassen door de muisknop ingedrukt te houden en te slepen.
  6. Om de vorm op te maken, ga je naar het tabblad "Opmaak" dat verschijnt wanneer de vorm is geselecteerd. Hier kun je de vulling, lijnkleur, lijndikte, effecten en andere opmaakopties aanpassen.
  7. Als je er meer wilt toevoegen, herhaal je stap 4 en 5. Je kan er meerdere toevoegen op dezelfde dia plaatsen en deze verplaatsen en opmaken zoals gewenst.
  8. Om tekst aan een vorm toe te voegen, dubbelklik je op de vorm en typ je de gewenste tekst. Je kunt de tekst opmaken door gebruik te maken van de opties in het tabblad "Opmaak" wanneer de vorm is geselecteerd.
  9. Om de vormen te groeperen, selecteer je meerdere vormen door de Shift-toets ingedrukt te houden terwijl je op de vormen klikt. Klik vervolgens met de rechtermuisknop en selecteer "Groeperen" en "Groeperen" in het contextmenu.

Met behulp van de functie "Vormen" kun je eenvoudig visuele elementen zoals pijlen, stromingsdiagrammen, iconen en nog veel meer aan je presentatie toevoegen. Experimenteer met verschillende vormen, opmaakopties en groepering om de gewenste visuele effecten te creëren en je presentatie aantrekkelijker te maken.

Meer PowerPoint handleidingen